Introductie bij openbare verdediging Jasper Blom

Dames en heren, beste familie, lieve vrienden en kennissen,

Het lekenpraatje dient traditioneel om over je onderzoek uit te wijden. Wat was de vraagstelling, welke hypothesen heb je onderzocht, welke methode heb je gebruikt. Zoiets had ik natuurlijk ook voorbereid. Maar zoals jullie weten staat mijn onderwerp nogal in de belangstelling op het moment. Sinds de financiële crisis is mijn onderzoek naar de governance van het mondiale financiële systeem opeens ook voor een breed publiek actueel. Ik wil daarom deze 10 minuten liever gebruiken om te praten over de crisis van vandaag. Om precies te zijn de financiële crisis. Ik wil mijn 10 minuten gebruiken om uit te leggen waar het mis gegaan is. Ik wil mijn 10 minuten gebruiken om te vertellen waarom er een tentenkamp op het beursplein staat. En eigenlijk wil ik mijn 10 minuten gebruiken om duidelijk te maken waarom u allen mee zou moeten doen met de discussies in de occupy kampen. En als u morgenochtend om 12 uur op het beursplein te koud vindt, of verwacht een kater te hebben, is het in ieder geval goed dat we nu alvast een beginnetje kunnen maken met een discussie over de financiële crisis. De ecologische crisis en de wereldvoedselcrisis bewaren we dan maar voor een andere keer.

Die discussie is nodig omdat de governance van het financiële systeem veel te belangrijk is om over te laten aan een stel technocraten of policy wonks zoals ik. Het financiële systeem speelt een cruciale rol in het beantwoorden van de klassieke kernvraag van de wetenschap der Politicologie: ‘who gets what, when, and how.’ Zowel de boom aan het begin van de 21e eeuw als de huidige bust zijn daarmee door en door politiek. We kunnen genoeglijk vaststellen dat de financiële markten gefaald hebben. We kunnen genoeglijk vaststellen dat de regulering van het financiële systeem tekortgeschoten is. De vraag is echter: Hoe nu verder?

Vorig jaar rond deze tijd heb ik met een aantal collega’s een boek uitgebracht waarin we laten zien hoe de crisis ontstaan is. De groei en verwevenheid van het financiële systeem speelt daarin een belangrijke rol. Die groei en integratie is niet uit het niets ontstaan. Het mondiale financiële systeem is geen natuurkracht, de crisis geen tsunami. Er is een constante wisselwerking tussen de governance en de marktstructuur. De toezichthouders reageren op de marktontwikkelingen met nieuwe regulering, terwijl de markt weer reageert op die nieuwe regulering, und so fort und so weiter. De ontwikkelingen in de financiële markten zijn dus het gevolg van beslissingen die genomen worden door bankiers en politici. Dit lijkt een beetje een technisch verhaal, maar het is wel heel belangrijk om te begrijpen wat er aan de hand is. Het laat zien dat er afdoende aanknopingspunten zijn om het financiële systeem te veranderen. Economen die zeggen dat er geen alternatief is hebben een gebrek aan historisch besef. Het is aan ons allen om een steentje bij te dragen aan die alternatieven, zowel via de politiek als via de markt.

Met de kennis van nu kan de uitkomst van het beleidsproces tot nog toe als minder gelukkig beschouwd worden. Er is een mondiale financiële orde geconstrueerd die gebaseerd was op de superioriteit van marktmechanismen. Het toezicht op banken moest vooral gebaseerd zijn op de geavanceerde interne modellen van banken. Als er transparantie zou zijn dan zou de markt er voor zorgen dat banken veilig waren. De toezichthouder zou een juiste risicocultuur bij banken stimuleren. Klein probleem was dat de modellen niet blijken te werken in tijden van crisis. De transparantie van ratings bleek een kaartenhuis. En door de securitisatie van subprime hypotheken waren risico’s wel uit het zicht verdwenen, maar niet volledig van de balans. Miljarden aan staatssteun was nodig om banken overeind te houden. Marktgeoriënteerde regulering is leuk als er winst gemaakt wordt. Bij verliezen blijkt de financiële sector echter ‘too-big-to-fail’ en mag de burger ervoor opdraaien.

Ook voor landen moest zoveel mogelijk marktdiscipline gelden. In plaats van een faillissementshof voor staten, dienen crisislanden zelf te onderhandelen met marktpartijen. Landen die in crisis verkeren moeten onderhandelen met internationale topbankiers die jarenlange ervaring hebben met het vel over de oren halen van ministers van financiën. In de Eurozone lijkt ‘de markt’ altijd gelijk te hebben, en kan slechts vrijwillig gevraagd worden om een bijdrage te leveren. Een sterke lobby van banken en enkele opkomende markten hebben weten te voorkomen dat er adequate regels kwamen voor een ordentelijke afwikkeling van crises. Mede daardoor zitten we nu met de gebakken peren. Het enige wat men weet te bedenken in de Eurozone lijkt een ouderwets IMF programma: hard bezuinigen. Er lijkt weinig geleerd van de storm van kritiek die ontstak na de Azië crisis. Kritiek die het Onafhankelijke Evaluatiekantoor van het IMF zelf deels bevestigde nota bene.

Er is dus wel wat af te dingen op zo’n marktgeoriënteerd financieel systeem. Het lijkt haast dat de economie in dienst staat van de financiële markten in plaats van andersom. Zijn de bankiers en ministers van financiën die dit systeem gebouwd hebben daarmee schuldig aan de crisis? Horen bankiers en Alan Greenspan in de bak?

Zo makkelijk is het niet. Men heeft het spel grosso modo volgens de regels gespeeld. We moeten dus de regels proberen te veranderen als we een andere uitkomst willen. Daarom heb ik in mijn onderzoek gekeken hoe de onderhandelingen over regulering verlopen. De afgelopen decennia hebben deze zich verplaatst van nationale regeringen naar internationale beleidsfora zoals de G10 en het Bazelse Comité voor Bankentoezicht. Daarmee ontstond in toenemende mate een gelijkgezinde groep internationale financiële experts. De ministers van financiën en centrale bankiers ontdekten dat ze meer gemeen hadden met collega’s van over de landsgrenzen dan met binnenlandse belanghebbenden. In een proces van groepsdenken ontstond een probleemdefinitie waarbij marktgeoriënteerde regulering de norm werd. De onderliggende veronderstelling was de efficiëntie en effectiviteit van financiële markten, enthousiast bepleit door een batterij economen die graag de wereld wilden vormen naar hun theoretische modellen.

Volgensmij moeten we dit proces doorbreken. Ik zie aanknopingspunten genoeg voor een alternatieve koers. Als je mij vraagt hoe het financiële systeem klaar gemaakt moet worden voor de uitdagingen van de 21e eeuw dan zeg ik:

  • Leer van de geschiedenis en hou rekening met financiële instabiliteit. Hoe groter, innovatiever en meer liquide het financiële systeem is, hoe erger de crisis wordt. Geef financiële instellingen daarom niet vrij baan als die impliciet gedekt worden door overheidsgeld.
  • Breek het beleidsproces open, luister naar alle belanghebbenden en niet alleen de banken. Maak de markt transparant en biedt financiële consumenten de keuze of hun geld besteed wordt aan de financiering van wapenhandel of aan microkredieten in het Zuiden.
  • Focus kredietverstrekking op duurzame initiatieven. Het financieren van de voortgaande ecologische crisis leidt tot grote risico’s, en dient dus een hoge kapitaaleis met zich mee te brengen.

Met deze drie simpele stappen kunnen we een uitweg bouwen uit het mondiale financiële casino dat ontstaan is. Als er ooit een opportuun moment was om dat te doen, dan is het wel nu. We hebben allen de sleutel tot verandering in handen, laten we er gebruik van maken. Ik pleit voor een financieel systeem waar de menselijke maat voorop staat. Een financieel systeem wat duurzame ontwikkeling stimuleert. Mijn onderzoek laat zien dat dit vergezicht geen utopie is, en dat is ook wat ik nu zal verdedigen tegenover de professoren.

This entry was posted in Uncategorized. Bookmark the permalink.